Het Van Gogh Museum in Amsterdam herbergt de grootste Van Gogh-collectie ter wereld. Duurzaamheid zit diep in de vezels van het museum. Onlangs werden de gebouwen, het beheer en gebruik opnieuw BREEAM-gecertificeerd met een score ‘Very good’ en zelfs ‘Excellent’ voor gebruik. W4Y adviseur Miranda Schippers beoordeelde als BREEAM-assessor de duurzaamheid van het Van Gogh Museum anno 2023.

Het Van Gogh Museum (VGM) bestaat uit twee gebouwen, het Rietveldgebouw en de Kurokawavleugel, die via de glazen hoofdentree met elkaar verbonden zijn. Jaarlijks trekt het museum zo’n anderhalf miljoen bezoekers van over de hele wereld. Er zijn concrete duurzaamheidsdoelstellingen vastgesteld, met aandacht voor CO2-emissies, energie, materiaalgebruik, circulariteit, afvalbeheer, klimaatadaptatie, gezondheid, sociale betrokkenheid en samenwerking. Sinds 2014 is het museum gecertificeerd volgens de BREEAM In-Use-norm. Dit helpt de integrale duurzaamheid van de organisatie en haar huisvesting aantoonbaar en communiceerbaar te maken.

“Het is niet eenvoudig om als museum hoge scores te behalen op de duurzaamheidschaal van BREEAM”, vertelt Miranda. “Het gebouw is wat het is, de gebruiksfunctie blijft een museum. Je probeert onderdelen te optimaliseren. De technische innovaties zijn echter beperkt toepasbaar. Maar verduurzaming gaat verder dan alleen het gebouw. BREEAM hanteert daarom een brede scope. Bij de monitoring wordt gelet op het gebouw, maar ook op het beheer en gebruik. Deze worden op hun beurt weer beoordeeld op negen verschillende duurzaamheidscategorieën, waaronder management, energie, water, afval, ecologie, bereikbaarheid en vervuiling.”